dinsdag 29 oktober 2013

Brief van Ruth aan haar papa
geschreven als afscheid in de uitvaartmis


Liefste papa,

Je bent ongetwijfeld de man met de meeste levenskracht die ik ken. Zo dikwijls vroeg ik me af vanwaar je die haalde. Dat je van me hield dat wist ik want je noemde me als klein meisje je beste vriend, maar het is veel te vroeg dat je warmte verdwijnt. M’n broer en ik groeien op met veel lieve mensen om ons heen, je was er gerust in dat we goed terecht gaan komen.

Gelukkig kan ik je nog zien, al is het niet echt, de foto’s van jou zorgen voor mooie herinneringen. Ik zal me dikwijls afvragen, hoe ik hierdoor kom zonder jou, we gingen nog zoveel dingen doen. Wel, zeg ik dan tegen mezelf, met mama en Theo. Ik ging samen met jou de Gentse Stadsloop meedoen, misschien wel leren zeilen, want dat wilde je altijd al en me leren autorijden? Dankzij jou kan ik al een auto starten en eigenlijk ook rijden, maar helaas  durf ik niet meer dan tien kilometer per uur. Ik zal nooit ons politiek gesprek vergeten, je kon zo goed motiveren waarom.

Verder heb ik nog een geluidopname van het gefluit van jou en Theo op m’n gsm staan tijdens één van onze wandelingen rond de watersportbaan. Ik vergeet ook nooit de reizen met mama, hoe je me leerde fietsen, hoe we die keer naar de koers gingen kijken in Gent. De solo’s op concerten, hoe je geraakt was door mooie muziek, hoe we de musical van Mary Poppins zongen ter gelegenheid van het gouden jubileum van meme en pepe. Daarnaast was je zo’n fuifbeest, dat heb ik dus van jou. Je zocht altijd nieuwe ervaringen en avontuur. Daarbij was je ook soms wel bang omdat het leven al zo kort is. Ik had het moeilijk dat te begrijpen, maar ben soms zo blij dat je toch vooral je goesting deed.

Je zus en broer en meme en pepe ben ik enorm dankbaar voor alles wat ze deden voor jou. Het wordt voor ons nog verschrikkelijk lastig, maar ik weet dat je me ergens nog volgt, ik ben zeker dat je weet dat mama, Theo, ik en de rest van de familie ons best doen om ons leven zo mooi mogelijk te maken.

En telkens als de zon uitkomt, kom je maar even kijken hoe het ons vergaat.

Slaap zacht, ik zal je nooit vergeten en zo hard missen.

Veel liefs, dikke knuffels en zoenen van je dochter,

Ruth


zondag 20 oktober 2013

Where never Lark or Eagle flew

Gent, 19 oktober 2013


Beste Lieven en co,

Bijna een maand geleden overleed onze broer. In Wards begrafenis speelden jullie de ziel uit je lijf om ons momenten van onvergetelijke schoonheid, diepgang en samenzijn te bezorgen. In jullie concert gisteravond kozen jullie een heel mooi stuk om aan hem op te dragen, met als titel: Where Never Lark or Eagle Flew, van de Amerikaanse componist James Curnow.

Een heel toepasselijke keuze. Niet alleen speelde Ward er de lyrische trompetsolo, heel wat thema’s erin zijn hem op het lijf geschreven. Mij doet het denken aan:


gedurfd leven
alle kleuren van de regenboog zien
ongekende hoogten schouwen
verzwelgen in de draaikolk
reiken naar het onbereikbare
stilte vinden, dankbaarheid ervaren
het onzegbare uiten
jeugdig sterven


Proficiat voor jullie veeleisende en mooie prestatie tijdens het hele concert van gisteravond.
Dank je wel voor deze hommage aan Ward, muzikanten van De Neerschelde, en die van Keva die hem eventueel gekend hebben, bezielend geleid door vriend en koperleraar Lieven Dobbelaere.


dinsdag 15 oktober 2013

Nacht


Verdriet

Pijn

Kramp

Tranen

Verslagen

Vermoeid

Rustig

Loslaten

Vrede





Jij gaat ons voor
naar de andere kant
en wacht daar op ons.

Waak nu maar
over je kinderen en hun mama;
Waak nu over mij
en je dierbaren in deze wereld.




Consult bij Prof. Troisi op vrijdag 11/10


Ruim op tijd, naar gewoonte, kom ik aan op de Poli Heelkunde.
De minuten wegen loodzwaar: ik zit daar alleen en vrees de confrontatie: wat kan er nog gezegd worden?

Op vrijdag 28 juni stonden we daar met z’n drieën: zelfde plaats, zelfde dag, zelfde uur. We zwollen van moed; er heerste een samenzweerderig gevoel. Onze held, de enthousiaste prof, voerde ons aan in de oorlog tegen die vuile galwegen.

Een snik blijft steken in mijn keel wanneer hij me begroet en we woordenloos verder stappen. De chirurg overtuigt me dat niets een verslechtering van Wards toestand liet voorspellen. Daarom had Dr. Lam, zijn rechterhand, het ontslag bevolen; de prof vertoefde immers in het buitenland. Deze oppert de mogelijkheid van een aortabreuk en preciseert dat we Ward misschien ook in de kliniek niet hadden kunnen redden.

Op de computer staar ik wat domweg naar de lijsten met cijfertjes: “Ziet u, wat een goede waarden!” Hij toont me de laatste scan van de lever (nog altijd een beetje mijn lever): “De hele buikwand is bijna gevuld.” Ward was echt genezen! Ik had hem echt gered! Hoe schrijnend de realiteit…

Twee medische vragen blijven desondanks onbeantwoord:
-Waarom werd er niet naar de patiënt geluisterd als die klaagt over het voelen afnemen van de krachten en het voelen toenemen van de pijn op een bepaalde plaats?
-Is er geen foute of onvolledige diagnose gesteld: de waarden van een patiënt zijn de ene dag onberispelijk, op enkele details na, en de volgende dag overlijdt hij? (met dank aan Ellen)