donderdag 8 augustus 2013

Woensdag 6 maart, uitwerking voor levertransplantatie, dag 3

Ward schrijft: "

Een stralende dag priemde door de gordijnen van de kamer.
Het logistiek medewerkstertje, een jong knap slank ding met ravenzwart haar en bruine sprekende ogen, bleek van Dendermonde.
Aangezien ik als Meetjeslander in Aalst werkte, herkende ik het dialect een beetje en beledigde ik haar ongewild door te vragen of ze van het Aalsterse was. Veel commentaar hoefde ik verder niet meer te verwachten. Ze had het trouwens druk en er moest dringend doorgewerkt worden. Ze had zo mooi kunnen zijn als ze lachte, maar helaas, ze snapte het niet ...

Professor Hans Van Vlierberghe kwam polsen of alles naar wens was, toen ik net voor het raam stond.
Na zijn checklist van vragen veranderde zijn ietwat formele toon en kreeg hij een ingehouden glimlach rond de mond. Er verschenen een paar pretlichtjes achter zijn metalen bril.
"Euh, ... ik heb gehoord dat u gisteren door professor De Vos op sleeptouw genomen bent?" zei hij, toen zijn kin en omhooggetrokken wenkbrauwen met een korte knik zijn woorden guitig vragend in mijn richting stuwde.
Er verscheen een al even ingehouden glimlach rond mijn mond.
Dat Hans meer dan ervaring genoeg had met de impulsieve en lichtjes dwingende stijl van professor De Vos, sprak boekdelen. Hij vergeleek wellicht zijn oorspronkelijke ervaringen als collega met de ervaringen die hij hoorde van zijn patiënten die door haar ook gezien waren.

"Viel wel mee !"
Ik hing een beetje de macho uit, schokschouderend alsof mijn show van de dag voordien een routine-klus was.
"We amuseren ons !" was mijn laconiek antwoord.

De professor grinnikte toen hij de pretlichtjes ook bij mij zag oplichten. Mijn glimlach werd iets groter bij het zien van het effect van mijn woorden.
"OK ! Nog een prettige dag," en hij nam welgezind de wijk naar de volgende patiënt.
Ergens kon ik mij niet van de indruk ontdoen dat de professor eigenlijk puur uit nieuwsgierigheid binnengevallen was.
Hij werd er mij alleen maar menselijker door.

Intussen kwam een al iets oudere heer binnen.
De man stelde zich net iets te geforcerd vriendelijk voor en kwam handjesschudden toen ik aan het ontbijt zat. Hij kwam van het Oudenaardse, had sclerodermie en hij was hier voor een nierpunctie.

Maar terug tot de orde van de dag : we waren woensdag en vandaag zou het een drukke dag worden.
Eerst stonden er longfunctie-testen op het programma.
Op de chatsite Badoo had ik intussen de avond ervoor een chat gehad met een dame uit Sint-Lievens-Houtem die blijkbaar in het labo van het UZ werkte, maar die ook nog op de longafdeling gestaan had.
Ik moest eens de groeten doen aan een paar mensen, maar net die bewuste mensen bleken er op dat moment niet aanwezig. Pech gehad.
Mevrouw Moens uit Puurs was intussen ook in de wachtzaal opgedoken toen ik door mocht naar de volgende tests.

De longfunctietesten vielen beter mee dan ik verwacht had. Ik scoorde 103%, op het gemiddelde, waar ik dacht dat het de laatste tijd minder goed met mij ging. Kristin en de overschot van start-to-run van het jaar voordien hadden daarvoor gezorgd, gelukkig.
Als koperblazer kan ik natuurlijk ook wel iets hebben en ik was toch redelijk actief geweest.

Rond de klok van 11 uur zou ik een gesprek hebben met de psychologe om te zien of ik psychologisch wel geschikt zou zijn om een transplantatie te ondergaan. Blijkbaar was dat een heel doorslaggevende factor in de uitwerking.
Helaas ... ik wachtte tevergeefs.
Nadien hoorde ik dat dr Carine Poppe overwerkt was. De psychologe kon het even niet meer aan, ze was wat overspannen. Tja, ze is ook maar een mens.
Wanneer zou het dan wel gaan? Donderdag? Vrijdag?
OK, misschien vrijdag dan !

Tussendoor kwam dokter MV*, de geneesheer van de dienst, langs.
Er moest geprikt worden op bloedgassen.
Dit hield in dat er met een verschil van 20 minuten op dezelfde plek moest geprikt worden in een slagader. Er werd al of niet geëxperimenteerd met medicijnen om het effect en de verandering van de substantie van de bloedgassen te meten om een idee te krijgen van de reactietijd.
Dat was geen sinecure. De tweede prik bleek traditioneel problematisch en heel pijnlijk. Voor artsen in opleiding was dit op zich ook al niet evident.
Ik zou mij er wel doorslaan, net zoals men ooit eens een endoscopie van mijn linkerpols gedaan had zonder verdoving met een joekel van een naald.
Die endoscopie was in het jaar 2000 nadat ik even een motorfiets had gehad waar een aftandse Audi even voor was gaan rijden.
Die Audi en die motor waren achteraf rijp voor de schroothoop en ik had nog maar eens een engelbewaarder gehad die mij wist te redden.
Als ik dan op dat feit terugkijk, merk ik dat "een geluk bij een ongeluk" zo'n beetje de "story of my life" is ...
Ik ben er tot nu toe altijd goedkoop van afgekomen.
Eigenlijk had ik nu ook geluk dat men die tumorcellen zo vroeg had ontdekt, anders kon ik hier een fervente poging doen om Pascal de Duve op te volgen, maar goed, ik heb gelukkig geen AIDS en ik ben ook niet sero-positief.
Maar terug naar de realiteit : gelukkig was dit prikken op bloedgassen niet zo pijnlijk als bij die endoscopie van de pols, al had ik van die tweede prik toch ook geen deugd.
Het was wel een feit dat Milan er zijn tijd voor nam. Was hij bang om het te doen? Het maakt mij ook maar zenuwachtig, vrees ik.

Daarna ging het richting fietstest voor cardiologie. De cyclo-metrie ... wat een naam !
Wat kon mijn hart aan en hoe zou ik dat verdragen?
Ik sjokte op mijn espadrilles, in short en met een t-shirtje de dienst binnen. Wijlen mijn grootmoeder zou het zicht niet overleefd hebben, denk ik. Eigenlijk zou mijn moeder zich ook wel al schamen, denk ik, maar als ik rondkeek zag ik beslist nog ergere exemplaren.

Het t-shirt mocht uit. Mijn borsthaar werd bij geschoren op de plekken waar de elektroden zouden geplaatst worden en daar lag ik dan voor mijn cardiogram.
Eens dat voorbij mocht ik rechtstreeks van de tafel op de fiets overstappen met de elektroden nog steeds aan mijn lichaam.
Het was de bedoeling dat ik binnen bepaalde frequenties bleef, wat betrof het aantal omwentelingen van de pedalen.
Intussen zou de weerstand op de pedalen opgevoerd worden om te zien hoe mijn hart zou reageren op het feit dat ik meer kracht nodig had om de pedalen rond te krijgen.
Of ik de test met gemak zou uitvoeren wilde niet automatisch betekenen dat ik fysiek ook in goede conditie was. Dat was een andere vraag.
Ik had wel zo'n idee dat ik het wel goed gedaan had, maar goed, ik ben ook snel tevreden.

Het enige minpuntje zat hem in het geschoren borsthaar : ik was weer verzekerd van een tijdje krabben als dat haar er weer zou doorkomen.

Intussen werd ook een CT-scan voorbereid : ik kreeg een aantal milligram Medrol als voorbereiding om de 4 uur. Dit was nodig omdat de contrastvloeistof bij mij altijd allergische reacties opwekt, maar de scan was voor de dag nadien.

Mijn kamergenoot was intussen teruggekeerd van het operatie kwartier. Hij had zijn nierpunctie achter de rug. Bij elke punctie moet je achteraf stilliggen om de wond de tijd te geven om te dichten. Bij die nierpunctie was dat ook het geval. Aangezien dat dan zoveel dieper ging, was die wachttijd ook langer.
Het werd tijd om een praatje te maken.
De man was een 70er die nog heel goed ter been was. Hij was weduwnaar, maar had nu een vaste vriendin-weduwe waarmee hij vaak op stap ging.
In Sleidinge was hij ook al eens geweest want hij had er ook al aan de wandeling van Wandelclub Al Kontent deelgenomen.
We bespraken onze ziektes en legden aan elkaar uit wat het precies inhield.

We raakten het ook eens dat we elkaars ziekte niet zouden willen.
En als er iets is, wat toch opvalt : mensen met een chronische zeldzame ziekte blijven toch liever bij hun eigen probleem.
Waarschijnlijk omdat die ziekte voor het individu zelf vertrouwd is. Een mens groeit erin en groeit erin mee.
De vergelijking met een andere chronische ziekte schrikt dan af omdat het weer een andere manier van leven inhoudt.
Het zou niet de eerste keer zijn dat ik met iemand in contact kwam die uiteindelijk een ziekte had die ik beslist niet zou willen, maar die ook mijn ziekte niet zou zien zitten.

Raar ! (En toch ook weer niet !)

"

 (*Op vraag van de dokter werd dit aangepast)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten