dinsdag 6 augustus 2013

Dinsdag 5 maart - uitwerking levertransplantatie, dag 2








Ward schrijft: "

De nacht ging vrij rustig voorbij, zoals het eigenlijk hoort in een ziekenhuis.
Ik surfte erop los en de nachtverpleger maakte tussendoor een kort praatje.
Hij merkte op dat ik wel lang wakker bleef. Tja, ik was ook niet ziek of extra vermoeid.
Hij glimlachte en knikte beamend.
Was hij nu van Deinze of van Drongen? Ik weet het niet meer.
Ik gaf dan op mijn beurt wel toe dat de spanning wel wat in mijn lijf zat. Slapen ging niet van een leien dakje, dus het Internet bleek de ideale vlucht.

's Morgens namen ze mijn buurman mee rond een uur of 10.
Wat mij betrof was vandaag het vervelendste aan de beurt : de ERCP onder gedeeltelijke verdoving.
Ik mocht al vroeger door, rond een uur of 9.
Door de gang hoorde ik de karakteristieke stappen van de logistieke ploeg. Er was iets rollends bij en voor ik het goed en wel besefte kwam er een rolstoel met een elektro-motortje binnengereden.
Het ging richting 3de verdieping, waar echografie, coloscopie en andere inwendige onderzoeken werden gehouden.
Ik herkende de vrouwelijke dokter die in november eventjes de weg kwijt was in mijn darmen.
Mijn vertrouwen in de geneeskunde zakte eventjes, maar goed, die dame moest het ook leren.
"Wacht, waar zitten we nu weer ? Ik zie die opening van de appendix nergens, zit ik in het ilion ??" Neen, blijkbaar niet, eventjes terugkeren en dan wiste ze weer waar ze was.
Ik zuchtte even, maar ik bedacht dat het nu voor iets anders was.
De dame was deze keer duidelijk in verwachting. Met een trotse stralende glimlach rond haar mond verwelkomde zij mij in de onderzoeksruimte die mij intussen zo vertrouwd was.
De traditionele vraag van de verpleegster van dienst volgde "Is 't uwen eerste keer, meneer?"
Ondertussen al bijna even traditioneel lachte ik een beetje schamper.
Bepaald niet ... Het moet zeker de tiende keer of meer geweest zijn dat ik daar voor één of ander endoscopisch onderzoek lag.
"Niet echt," zei ik "ik ben intussen eerder ervaringsdeskundige, dus, gaat u uw gang maar!"
De procedures werden gevolgd en ik werd desondanks weer ingelicht over wat er zou gebeuren.
("Officer : read the accused his Miranda-rights!" vloog het even door mijn hoofd)
Die mensen moesten hun job doen en ik was het aan hen verplicht om hen dat goed te laten doen, dus ik luisterde maar naar wat er zou gebeuren, ook al wist ik het al en had ik zelf wel iets van "OK, maak voort! Dan ben ik er vanaf !"

De ERCP hield in dat men mijn keel plaatselijk zou verdoven. Ik moest proberen slikken, ondanks alles en intussen zou een darm met een camera via mond en keel, door mijn slokdarm naar mijn maag gaan. Ik kreeg een plastic mondstuk opgesnoerd dat mijn mond zou beletten om zich te sluiten. De wil om de mond dicht te doen was groot, maar het mondstuk was stevig genoeg.
De verdoving was al even ervoor in de mond gespoten. Even werd er nog een kleine intraveneuze spuit geplaatst als pijnpomp in de put van mijn elleboog.

"Slikken meneer De Craene, slikken ! Jaaaaa !"
En de darm was door de slokdarm aan het gaan. Ik voelde de lucht weg en weer door de maag en slokdarm pompen.
Zo'n onderzoek moet je echt ondergaan : het verstand moet op nul.
Er volgde een zekere berusting. Die kunststofslang was niet leuk, maar rust zou het onderzoek bespoedigen.

Af en toe was het volume lucht net iets te groot en voelde ik een kunstmatige boer rechtstreeks vanuit de maag door de slokdarm borrelen.
Ik herinnerde mij het gevoel van de maag die volledig samengetrokken was net als het laatste van de kots eruit geworpen was. Ademen ging dan even niet en dat gaf tijdens die boeren ook een identiek gevoel.
Wat die boeren betreft : je hebt zo van die mensen die dat bij zichzelf kunnen opwekken. Ik kon dat niet, net zoals ik mijzelf niet kon doen overgeven, maar daar ging het plots blijkbaar vanzelf om die fenomenale boeren te laten, Het waren er niet veel, maar ze waren kwaliteit.

"Gaat het, meneer De Craene?"
Ik stak ironisch mijn duim op. Ik moest er gewoon door. Brullen dat ze maar moesten voortmaken met een darm door je keel was niet bepaald aangewezen.
Ach, wat is 20 minuten in een mensenleven? Het spuitje begon blijkbaar ook wat te werken, want ik begon te filosoferen.
De biopten, - in dit geval stukjes uit de maagwand en slokdarm-, werden genomen voor verder onderzoek.
Daarna mocht ik terug naar de kamer.
Terug op de kamer maakte ik een paar strekoefeningen. Ik zette mij mooi recht en een paar laatste restjes lucht vanuit de maag zochten hun weg naar buiten. Ik ontspande en ik sliep wat bij, terwijl ik voelde hoe mijn maag zich stilaan ontspande en weer op haar plooi aan het komen was.
Na het ontwaken, en net voordat ik klaar was om het middagmaal aan te vatten, kwam een dame met kort bruin haar en een mooi slank figuur voor haar leeftijd de kamer binnen.
De dame leek een vitale zelfbewuste late vijftiger die zichzelf al zeer goed verzorgd had.







"Dag meneer De Craene!"
"Professor De Vos!" zei ik.
"Ah! U kent mij?"
"Ja mevrouw, u bent mij onderhand genoegzaam bekend. U hebt in 2004 en in 2011 al aan mijn bed gestaan."
Mevrouw de professor wist het niet meer, maar ik nam het haar beslist niet kwalijk. Het is sowieso geen goed teken als je goed bekend bent bij professoren, dus ...
"Ik kom u een gunst vragen," begon de professor.
Ik knipperde met mijn ogen.
"Een gunst? Van mij?"
Een plots gevoel van macht maakte zich voor een fractie van een paar seconden over mij meester : een professor die iets aan mij komt vragen? Wat zou dat wel zijn? Wat een eer !
"Ja!" zei ze. "Ik geef vanavond les over de ziekte PSC aan mijn studenten."
Ik snapte het meteen.

"U wilt dus een getuigenis?"
Professor De Vos knikte aarzelend instemmend, even twijfelend over de semantiek van de term die ik gebruikte. Wellicht had die term en iets te mystieke bijklank voor het feitelijke doel waarvoor ze mij in gedachten had.
"Heeft u daar problemen mee? Zou u dat zien zitten?" vroeg de dame redelijk sec.
Ach ja, als je uit een muzikale familie komt, dan sta je af en toe wel eens op een podium.
Ik heb nog niet veel vooraan gestaan als solist, maar de keren dat ik het deed had ik er wel van leren genieten.
Het werd een ander kader, maar ik zag het best wel zitten.
Als er een ding van mijn vader wel had geleerd dan was het de instelling van " 't Is een ervaring !"
En dat sloot zeker aan bij de manier waarop hij destijds over zijn knie-operatie sprak met enkel een epidurale verdoving.
Pa lag twee uur met een epidurale toen hij intussen de chirurgen hoorde zagen, hameren, boren aterwijl hij een nieuw kniegewricht kreeg.
Het enthousiasme waarmee hij daarover nadien vertelde was even typisch voor die nieuwsgierige levensvisie van hem die hij nog steeds had, ondanks zijn gevorderde leeftijd.
Eigenlijk was ik ook wel een beetje zo ...


Ik zou mij rond kwart voor vijf 's avonds aan de uitgang moeten melden.
De uitgang bleek iets anders voor haar dan voor mij.
Waar ik beneden aan het onthaal van gebouw K12, netjes opgefrist, stond te wachten, bleek dat de professor op mij wachtte op de eerste verdieping aan de toegang van de campuscorridor die gebouw K12 met de andere gebouwen verbond. Zij wachtte mij niet af, maar zoals het een echte leidersfiguur betaamt, belde zij een ondergeschikte op om mij te zoeken.
In extremis werd ik dan opgepikt door dokter MV*, die ook de dokter van de dienst was waar mijn kamer lag. Hij was een lange magere ietwat verlegen man. Zijn fijn donker krullend haar toonde op zijn kruin al ferme mennegaten, die hij compenseerde met een fijne baard en snor. De man was stagiair, maar straalde op zich geen echt zelfvertrouwen uit in zijn hoedanigheid. Het was eerder een soort apathie of tegenzin.
Ik vroeg mij af of het zijn keuze was geweest om voor arts te gaan of die van zijn ouders.
Of was hij vol idealisme begonnen, maar deed hij nu verder met de moed der wanhoop, dat kon ook.
De dokter viel wel mee, eens ik door zijn verlegenheid heen gebroken was. Het was gewoon zijn aard van zijn.
Ik volgde hem over het terrein naar auditorium D terwijl hij mij zelf voorzichtig ook vragen begon te stellen over mijn ziekte en of ik het zag zitten om hiervoor op te draven.
Toen we bij auditorium D aankwamen zat het vierde jaar geneeskunde intussen op mij te wachten.
Professor De Vos begroette mij vooraan. Ik mocht plaatsnemen, de professor nam de microfoon ter hand en begon met de les.
Eigenlijk was het een beetje raar dat ik zat, terwijl zij rechtstond. De professor boog zich bij iedere vraag over mij heen, maar hield wel de microfoon vast.
Het interview duurde zo'n drie kwartier met gerichte concrete vragen over mijn eigen ziektegeschiedenis.
Hoe had ik het ontdekt dat ik die ziekte had? Tja ... het verhaal van Dr Mast moest er nog eens door, maar ik noemde daar geen namen, noch van de dokter noch van het andere ziekenhuis.
Wat voelde ik? Welke last ondervond ik? Hoe was dat verder geëvolueerd?
Kortom, een groot deel van wat hier in mijn voorgeschiedenis beschreven staat, kon ik daar voor een publiek van die studenten vertellen.
Het werd voor mij ook een leuke ervaring die afgesloten werd met een ondersteunend applausje ...
Daarna werd ik buitengestuurd en escorteerde Milan mij weer naar de kamer.
Professor De Vos zou zich met haar studenten intussen over mijn bloeduitslagen en endocrinologie buigen.
Eigenlijk had ik toen een vlieg willen zijn, want wie weet, wat had ik toen niet geleerd?
Maar ik zou het waarschijnlijk toch niet kunnen interpreteren ...


Het avondeten was intussen op mijn kamer aan het wachten. Mijn kompaan was intussen gezond en wel. De operatie bleek niet volledig een succes, maar hij mocht naar huis. Ik zou de nacht alleen ingaan.
Via Facebook deelde ik intussen mijn ervaringen ...

Ik overschouwde de dag en ik zag de rest van de week ontspannen tegemoet. Een mens zou bijna vergeten dat het voor een zware operatie was ...
's Avonds begroette ik dezelfde nachtverpleger.
"Hoelang moet je hier nog?" vroeg hij.
"Tot donderdag," zei ik.

Een kort gesprekje en een paar grappen later had hij mijn vaste parameters van bloeddruk, hartslag en temperatuur en zou hij later op de nacht nog wel langskomen om nog eens hetzelfde te doen.
We amuzeren ons, inderdaad ...

"

(*Op vraag van de dokter werd dit aangepast)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten