Ziekenhuiservaringen
3. Paranoia-uren
Martine schrijft:
Mijn kamer - ondertussen Wards kamer - bevindt zich
tegenover keuken en kantine van de verpleegsters. Ik herinner me dat ik de
morgen na de tweede slapeloze nacht, nog steeds half versuft, auditief getuige
ben van een heftig moment bij de verpleging. Wat ik opvang ervaar ik als zeer
bedreigend. Achteraf en reeds op het ogenblik zelf klinkt het belachelijk maar de
zwakke geest legt dat beredeneren naast zich neer: ik betrek de geluiden op
mezelf, alsof ik de aanleiding vorm voor de agressieve sfeer bij het personeel.
Symptomen van een depressie? Gevolgen van de morfine? Uitputting?
Het luide gelach en de grapjes bij de wissel van de
ploeg klinken geforceerd en hysterisch, alsof iemand zich moet afreageren na
kritiek. Nu en dan een luide kreet aan mijn deur. Voeg daarbij het harde
gekletter van het ontbijtservies, het passeren van de geladen karren, de
activiteit van de boenmachine, de rustieke stem van de Turkse poetsvrouw… Alle
geluiden dragen een pijndoende agressiviteit in zich.
In de loop van de voormiddag kan ik al iets helderder
denken en besef ik ook wel mijn inbeelding. Ik neem weerwraak op mijn geest
door tegen iedereen superattent te reageren.
Ik besef dat met mijn sonden en infusen en mijn in
volume verdubbelde lijf het weer sleuren door de dag wordt, zonder de onderbreking
van drie normale maaltijden.
De radio biedt nu een welkome afleiding en ik vergeef
de Klarapresentatoren de superlatieven waarmee ze hun eigen programmatie steeds
maar ophemelen. Deze muziek klinkt tenminste zalvend en niet agressief. Soms
zing ik een streepje muziek mee. Stilaan begin ik te genieten van de rust op
mijn kamer alleen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten