dinsdag 10 september 2013

Ziekenhuiservaringen

3. Paranoia-uren

Martine schrijft:

Mijn kamer - ondertussen Wards kamer - bevindt zich tegenover keuken en kantine van de verpleegsters. Ik herinner me dat ik de morgen na de tweede slapeloze nacht, nog steeds half versuft, auditief getuige ben van een heftig moment bij de verpleging. Wat ik opvang ervaar ik als zeer bedreigend. Achteraf en reeds op het ogenblik zelf klinkt het belachelijk maar de zwakke geest legt dat beredeneren naast zich neer: ik betrek de geluiden op mezelf, alsof ik de aanleiding vorm voor de agressieve sfeer bij het personeel. Symptomen van een depressie? Gevolgen van de morfine? Uitputting?

Het luide gelach en de grapjes bij de wissel van de ploeg klinken geforceerd en hysterisch, alsof iemand zich moet afreageren na kritiek. Nu en dan een luide kreet aan mijn deur. Voeg daarbij het harde gekletter van het ontbijtservies, het passeren van de geladen karren, de activiteit van de boenmachine, de rustieke stem van de Turkse poetsvrouw… Alle geluiden dragen een pijndoende agressiviteit in zich.

In de loop van de voormiddag kan ik al iets helderder denken en besef ik ook wel mijn inbeelding. Ik neem weerwraak op mijn geest door tegen iedereen superattent te reageren.

Ik besef dat met mijn sonden en infusen en mijn in volume verdubbelde lijf het weer sleuren door de dag wordt, zonder de onderbreking van drie normale maaltijden. 

De radio biedt nu een welkome afleiding en ik vergeef de Klarapresentatoren de superlatieven waarmee ze hun eigen programmatie steeds maar ophemelen. Deze muziek klinkt tenminste zalvend en niet agressief. Soms zing ik een streepje muziek mee. Stilaan begin ik te genieten van de rust op mijn kamer alleen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten